Aanhangen pluimveeLaatste update 22 oktober 2024 Er zijn verschillende werkwijzen bij het aanhangen van de kip, kuiken of eend mogelijk. Dit heeft te maken met de wijze van aanvoer naar de aanhangers (lopende band, carrousel of krat) en de wijze van verdoven. Risico Gezondheidsrisico's kunnen ook ontstaan als gevolg van werken onder ongunstige omstandigheden: Eisen Eisen bij het aanhangen zijn: Eisen bij het inademen van stof en biologische agentia: Voor endotoxinen hanteert de sector het advies van de Gezondheidsraad van 90 EU (endotoxine units) per m3 als gezondheidskundige grenswaarde. Door aan deze norm te voldoen wordt ook de blootstelling aan agrarisch stof sterk teruggedrongen. De blootstelling aan inhaleerbaar stof met (mogelijk) endotoxinen wordt bij de aanhangers op een gedegen manier gemeten volgens de NEN norm: ‘NEN-EN 14031 Werkplekatmosfeer – meting van in de lucht aanwezige endotoxine’
Van werkgevers worden de volgende maatregelen verwacht:
• Onderzoek bij leveranciers de mogelijkheid van het automatiseren van het aanhangen; • Stap –als dat nog niet wordt toegepast- over naar atmosferisch verdoven. Het zorgt voor een forse vermindering van de blootstelling aan stof en endotoxinen. • Als er nog geen gebruik wordt gemaakt van puntafzuiging, plaats dan adequate puntafzuiging. Bepaal in overleg met een deskundige het optimale aantal, de juiste kracht, en de juiste positionering van de puntafzuiging, alsmede een eventuele combinatie met: - aangeblazen lucht achter de werknemer, en/of; - ruimteafzuiging; Zie voor meer informatie de Goede praktijk: Afzuiging en ventilatie bij aanhang.
• Houd de bestaande afzuiging in een goede conditie, ondermeer door te zorgen dat de buizen niet dicht slibben. Beoordeel periodiek de luchtsnelheid van de puntafzuiging, gemeten op de plaats waar het stof weggezogen dient te worden. Verbeter zo nodig de kwaliteit van de afzuiging, dit in overleg met een deskundige.
• Als niet is aangetoond dat de blootstelling zo beperkt is dat gezondheidsschade is uitgesloten, verstrekt de werkgever aan de medewerkers die in een aanhangruimte werken ieder een geschikt ademhalingsbeschermingsmiddel. Kies in overleg met de ondernemingsraad en betrokken medewerkers voor de juiste middelen:
- Een aangeblazen luchtkap met P2 filter verdient de voorkeur of; - Een halfgelaatsmasker, of; - Een goed aansluitend wegwerpmasker met uitademventiel. Maak daarbij een zorgvuldige keuze: Wegwerpmaskers met FFP3-kwaliteit bieden een betere bescherming maar geven vaak meer hinder voor de gebruiker dan FFP2 maskers. Stem de keuze voor een ademhalingsbeschermingsmiddel af op de aard, mate en duur van de blootstelling. Wegwerpmaskers en halfgelaatsmaskers zijn overigens niet geschikt voor medewerkers met baarden of stoppels. • De werkgever verzorgt regelmatig instructies hoe deze ademhalings-beschermingsmiddelen te gebruiken, aan- en uit te doen, op te bergen e.d. • De werkgever verstrekt beschermbrillen om blootstelling aan biologische agentia van de ogen te voorkomen. Beschermbrillen zijn niet nodig als er een aangeblazen luchtkap wordt gedragen. • Bovenstaande maatregelen zijn niet nodig als de werkgever door middel van persoonlijke metingen kan aantonen dat met de bestaande voorzieningen de blootstelling zodanig is dat er geen gezondheidsschade optreedt. Bij deze metingen zal aangetoond moeten worden dat zowel de grenswaarde van inhaaleerbaar stof als voor endotoxinen niet worden overschreden. De blootstelling aan endotoxinen wordt bij de aanhangers op een gedegen manier gemeten volgens de NEN norm: NEN-EN 14031 Werkplekatmosfeer – meting van in de lucht aanwezige endotoxine Meting van de blootstelling aan inhaleerbaar stof vindt plaats volgens NEN-EN 481 (voor deeltjes met een mediaan van de aerodynamische diameter van 100 micrometer).
Algemene eisen stof en biologische agentia:
• De werkgever verstrekt handschoenen om huidblootstelling aan biologische agentia te voorkomen. • De mouwen van de werkkleding dienen de armen geheel te bedekken. • Bij extreme verontreiniging van de werkkleding en bij onbedekte huid verstrekt de werkgever overmouwen en schorten en geeft instructies hoe deze te gebruiken. • De werknemer is verplicht om de verstrekte persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen. Zie ook verplichtingen van de werknemers. • De werkgever geeft informatie over het gebruik, aanbieden en voorlichting over persoonlijke beschermingsmiddelen. • Er is een adequaat persoonlijke hygiëneprotocol opgesteld, dat mede gericht is op de bescherming van de werknemer. • Maak, als er bij het aanhangen gebruik wordt gemaakt van uitzendkrachten, goede afspraken met het uitzendbureau over de vereiste beschermingsmiddelen en de benodigde instructies.
• Zie verder de algemene voorschriften in de Richtlijnen: Binnenluchtkwaliteit en ventilatie en Aanpak biologische agentia
Wensen Zie ook |