logo

Contactinformatie

Vendelier 57D, 3905 PC Veenendaal

Tel: 030 - 6355250
E-mail: info@szpluimvee.nl

 
 

Messen

Laatste update 21 oktober 2024

Een grote mesvaardigheid is bij vele taken een vereiste. Het (kunnen) beschikken over een goed scherp mes is niet alleen van belang voor de kwaliteit van het product maar zorgt ook dat de medewerker minder kracht hoeft te gebruiken. Het werken met een vlijmscherp mes is ook risicovol en kan leiden tot snij- en steekwonden, zowel bij de snijdende medewerker zelf als ook bij collega’s.

Risico
Bij het werken met messen zijn er veiligheidsrisico's die ontstaan door het zichzelf en/of anderen snijden of steken, bijvoorbeeld door het uitschieten van het mes.  Daarnaast kan onvoldoende aandacht voor ergonomie bij snijdende werkzaamheden tot gezondheidsklachten leiden.

NB Voor de gezondheidsrisico's door het langdurig staan, werken in een slechte werkhouding, en repeterende bewegingen zie het arbocatalogusthema Fysieke belasting.

Eisen

Eisen voor de veiligheid bij het werken met messen:
• De werkplek dient zo te zijn ingericht dat veilig kan worden gewerkt: voldoende ruim van afmetingen, middelen zoals aanzetstaal moeten gemakkelijk bereikbaar zijn.
• Overweeg het aantal snijhandelingen te verminderen door waar mogelijk te automatiseren. Bv op de panklaarafdeling om werkzaamheden als kroppensnijden en nekvelsnijden overbodig te maken.
De mesvaardigheid van de medewerker is van belang in verband met voorkomen van snij- en steekwonden en het voorkomen van lichamelijke overbelasting.
• Op grond van een risicobeoordeling per snijwerkzaamheid maakt de werkgever op basis van het instemmingsrecht schriftelijke afspraken met ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging over voorgeschreven beschermingsmiddelen. Daarbij worden ook afspraken gemaakt over het al dan niet dragen van een beschermende handschoen:
  • aan de niet-snijhand (maliënkolderhandschoen of een Kevlar of een andere beschermende ‘gebreide’ handschoen)
  • aan de snijhand een hygiënische rubberhandschoen.
Bij deze risicobeoordeling gelden de volgende uitgangspunten:
In het geval dat bevroren vlees wordt gesneden is een beschermende handschoen vereist aan de niet-snijhand
Als gebruikt wordt gemaakt van een cirkelzaag, bv bij het opdelen van B-kippen, is het niet toegestaan om een maliënkolderhandschoen of andere beschermende handschoen te dragen. Zo’n handschoen is niet bestand tegen een cirkelzaag, geeft daarom schijnveiligheid en kan in geval van een ongeval zelfs tot extra letsel leiden.
• Draag geen maliënkolderhandschoen aan de snijlijn. Dit met het oog op extra risico’s van meegetrokken worden.
• Weeg voor de risicobeoordeling bij overige snijdende werkzaamheden minstens de volgende aspecten af, als het gaat om bescherming van de niet-snijhand:
  • het risico op een snijincident, mede rekening houdend met het aantal snijincidenten en bijna-incidenten bij de betreffende snijdende werkzaamheid. Dit is het zwaarstwegende punt;
  • de uitvoerbaarheid van de werkzaamheid bij het dragen van een handschoen;
  • hygiëne-eisen
  • bij het overwegen van een maliënkolder: de mogelijk extra fysieke belasting door het gewicht van die handschoen.
• De werkgever instrueert de medewerkers over de te dragen beschermende handschoenen en andere persoonlijke beschermingsmiddelen bij de verschillende werkzaamheden.
• De werkgever maakt schriftelijke afspraken met ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging over de manier waarop medewerkers zich veilig met messen door het bedrijf kunnen bewegen. Bij deze regeling geldt het instemmingsrecht.
• Er wordt voorkomen dat medewerkers elkaar kunnen verwonden.
• Er dient minimaal 30 centimeter tussenruimte tussen twee werkgebieden te zijn.
• Achter een snijdende medewerker is voldoende vrije ruimte noodzakelijk; minimaal 80 cm.
• Voorkom dat medewerkers met onbeschermde messen door een ruimte lopen bv om hun mes te slijpen. Maak hier sluitende afspraken over. Denk bv aan het ophalen van messen in daarvoor geschikte messenrekken en het aanwijzen van speciale slijpers, of het verstrekken van kunststof messenhouders.
• Met de hand waarin een mes wordt vastgehouden wordt geen andere functie uitgeoefend, dan de bedoelde snijfunctie.
• De medewerker beschikt over voldoende been- en voetruimte. Zie daarvoor de Richtlijn Werkhoudingen. 
• De medewerker is doelmatig voorgelicht omtrent veilig werken met messen. Onderwerpen zijn: mesvaardigheid afgestemd op werkpositie; omgaan met het mes bij verplaatsingen; slijpen en onderhoud van messen; gevaren bij mesgebruik; verplicht gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen en overige werkvoorschriften;
• Er is adequaat toezicht op veilig mesgebruik door medewerkers.
• Zie voor de eisen bij het werken met een mes op een bordes de Richtlijn Bordessen.
 
Eisen voor de ergonomie bij het werken met messen:
• Een ergonomisch goed ontwerp van het handgereedschap voorkomt in hoge mate ongunstige standen van handen, polsen en armen. De vorm van het mes bepaalt de stand der gewrichten. Het gebruik van een mes met een ergonomisch heft draagt bij aan een gunstige krachtoverbrenging. Als er minder kracht uitgeoefend hoeft te worden is de kans op uitschieten met het mes kleiner. Voorts ontstaat minder kans op RSI-klachten door minder ongunstige bewegingspatronen met pols en onderarmen.
• Het trainen van medewerkers in het scherp houden van het mes. Een scherp mes voorkomt dat kracht moet worden uitgevoerd (minder kans op uitschieten, RSI).
• Het mes dient te beschikken over de juiste hefhoek ten opzichte van het blad (afhankelijk van de manier van snijden).
• Waar mogelijk moet het zwaartepunt van het mes zo zijn dat, als het mes valt, het mes met het heft naar beneden valt.
• Het mes moet eenvoudig te onderhouden, te scherpen en te reinigen zijn. Kwalitatief hoogwaardig staal is wenselijk.
• Materiaal dat snel de temperatuur van de hand aanneemt heeft de voorkeur.
• Middelen zoals messensterilisator moeten op de werkplek gemakkelijk bereikbaar zijn.