logo

Contactinformatie

Vendelier 57D, 3905 PC Veenendaal

Tel: 030 - 6355250
E-mail: info@szpluimvee.nl

 
 

Schoonmaak en onderhoud

Laatste update 21 oktober 2024

Schoonmaak en onderhoud

Het dagelijks schoonmaken van productie- afdelingen wordt veelal uitgevoerd door gespecialiseerde bedrijven of medewerkers. Het spoelen van kratten en andere emballage kan handmatig worden uitgevoerd of geautomatiseerd zijn. Ook vrachtwagens worden na elke rit schoongemaakt en ontsmet.

Het onderhoud en/of ombouwen van machines kan zowel door medewerkers zelf (klein onderhoud zoals afstellen) als door de technische dienst worden uitgevoerd. Omstelling van machines vindt doorgaans door eigen personeel plaats.

Risico
Bij het schoonmaken en onderhoud staan de medewerkers dikwijls bloot aan koude en vocht, warmte en stoom. Ook treden er veiligheidsrisico's op bij de machines en is er vaak een verhoogd risico om te vallen. Bij het werken met een handbediende hogedrukspuit kan men getroffen worden door een hogedruk vloeistofstraal. Gebruikte chemicaliën kunnen gezondheidsrisico's veroorzaken. Bij reiniging en onderhoud van een elektrische installatie bestaat er het risico een elektrische schok te krijgen. De medewerkers worden met name in de afdelingen vóór de koeling blootgesteld aan biologische agentia als gevolg van inademing van stofdeeltjes en vloeistofdeeltjes (hoge druk), onbeschermd huidcontact met vlees en bloed en onbedoelde opname via de mond.

Eisen 
Algemene eisen inzake reiniging- en ontsmetting zijn
Eisen bij het onderhoud, omstellen en schoonmaken van machines zijn
Eisen voor schoonmaken en biologische agentia
Eisen met betrekking tot krattenwasser
Eisen met betrekking tot het geluid bij reiniging van productielijnen
Eisen met betrekking tot het geluid bij het onderhoud

Algemene eisen inzake reiniging- en ontsmetting zijn:
•  Bij hoge drukspuitinstallaties worden aanvullende eisen gesteld aan het personeel, materieel en de organisatie van het werk. Men spreekt van  hogedrukspuiten bij een druk vanaf 100 bar.
•  De risico’s van mogelijk gevaarlijke stoffen in schoonmaakmiddelen die werknemers tijdens hun werkzaamheden gebruiken, zijn door de werkgever geïnventariseerd en beoordeeld.
• Bij verschillende schoonmaakmiddelen is sprake van gevaarlijke stoffen die bij vermenging of verkeerd gebruik tot ernstige schade kunnen leiden. Behandel deze daarom als gevaarlijke stoffen en sla deze zo op dat deze ook bij lekkage niet bij elkaar komen. Dat geldt ook voor lege verpakkingen.
Zorg per schoonmaak- en reinigingstaak voor een werkinstructie met werkvoorschriften, ondermeer over een veilig omgaan met chemicaliën en arbeidsmiddelen. De gebruikte schoonmaakmiddelen worden qua dosering en de wijze van toepassen volgens het voorschrift van de leverancier toegepast. Als er met geconcentrerde producten wordt gewerkt (die verdund moeten worden) wordt bij deze werkzaamheden gebruik gemaakt van voldoende beschermingsmiddelen. Er worden geen middelen vermengd die mogelijk met elkaar kunnen reageren (vooral opletten met chloorhoudende middelen in contact met zuren/ontkalker).
• Oplosmiddelen (bv. desinfectie met alcohol, schoonmaken printkoppen) worden zo min mogelijkgebruikt, worden niet verneveld en daarbij is voldoende ventilatie aanwezig (brandrisico en schadelijke stoffen). Aanwijzingen op de verpakking opvolgen.
•  Er is overleg tussen de werkgever in de pluimveesector en het ingehuurde schoonmaakbedrijf o.a. over de beheersing van de bij de RI&E geconstateerde  risico’s en eventueel te nemen acties vanuit het plan van aanpak.
•  Zowel bij schoonmaakwerkzaamheden door eigen personeel als door ingehuurd  personeel wordt het protocol ‘Veilig werken met stoffen in de voedingsmiddelensector’ als minimum gehanteerd. 
•  De werkgever houdt voldoende toezicht op de naleving van de afspraken over veilig werken en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.
•  Herhaaldelijk wordt voorlichting gegeven over:
-  Het veilig en gezond omgaan met chemicaliën en de dosering daarvan;
-  Algemene veiligheidsprocedures zoals het niet werken aan draaiende machines, het terugplaatsen van afschermingen e.d.;
•  Medewerkers ontvangen en gebruiken doelmatige persoonlijke beschermingsmiddelen tegen koude, vocht, stof, gevaarlijke stoffen en biologische agentia.
• Desinfectiemiddelen met stoffen die kankerverwekkend of sensibiliserend zijn, of die het DNA aantasten of gevolgen hebben voor de voortplanting of het nageslacht worden zoveel als technisch mogelijk is vervangen door alternatieve middelen zonder deze eigenschappen.

 

Eisen bij het onderhoud, omstellen en schoonmaken van machines zijn:
•  Vleesverwerkingsmachines zijn zodanig ontworpen, dat het onderhoud en de schoonmaak ervan veilig kan worden uitgevoerd.
•  In het onderhoudssysteem is een regelmatige controle opgenomen van de beveiligingsmiddelen van vleesverwerkingsmachines.
•  Onderhoud, omstel- en schoonmaakwerkzaamheden worden zo veel mogelijk uitgevoerd nadat de machine spanningsloos (mechanisch, hydraulisch, pneumatisch en elektrisch) is gemaakt. Als dat bij uitzondering onmogelijk blijkt, worden in samenspraak met betrokken werknemers afspraken gemaakt en bekend gemaakt om veiligheidsrisico’s bij deze werkzaamheden te beheersen.
•  Machines die ten behoeve van de schoonmaak in werking (moeten) blijven,  beschikken over een ‘schoonmaakstand’ of zijn zodanig geconstrueerd dat er geen veiligheidsrisico's kunnen optreden.
•  Om machines spanningsloos te kunnen maken is een werkschakelaar aangebracht. Om bij onderhoud, omstelling of schoonmaak van de machine een juist gebruik van de werkschakelaar zeker te stellen, is een procedure opgesteld en bekend gemaakt, waarin is aangegeven wanneer en door wie de werkschakelaar omgezet kan worden (lock-out tag-out procedure). Doorgaans is daarin vastgelegd dat de sleutel van de werkschakelaar alleen in het bezit is van bevoegde personen die op dat moment de onderhoud- of reparatiewerkzaamheden verrichten.
•  Binnen de organisatie is de bevoegdheid om aan een elektrische installatie te mogen werken beperkt tot de speciaal daartoe opgeleide personen volgens NEN 3140.
•  Herhaaldelijk wordt voorlichting gegeven over de algemene en specifieke veiligheidsprocedures bij onderhoud, omstellen en schoonmaak van machines.
•  Voorkom zo veel mogelijk het valgevaar bij onderhouds- of schoonmaakwerkzaamheden op hoogte.
•  Zorg voor voldoende voorzieningen bij werkzaamheden in besloten ruimten.

 
Eisen voor schoonmaken en biologische agentia:
Voor het schoonmaken van afdelingen die zich vóór de koeling bevinden, gelden de volgende eisen:
•  Het is zaak de blootstelling aan biologische agentia tijdens het schoonmaken zo  veel mogelijk te verkleinen door het probleem zo dicht mogelijk bij de bron aan te pakken;
- Voorkom zoveel mogelijk vervuiling tijdens de productie door zorgvuldig om te gaan met resten en afval. 
-  Reinig als eerste stap bij het schoonmaken eerst zoveel mogelijk droog (tenzij dat stofvorming zou veroorzaken).
- Begin de spuitwerkzaamheden met een zo laag mogelijke druk, zodat eerst het meeste afval voorzichtig wordt verwijderd richting afvoerputten, zonder dat er veel vorming van deeltjes in de lucht zullen komen
-  Verhoog de druk van de spuit pas als het overgrote deel van het afval met   voorgaande twee werkzaamheden is verwijderd. De kans dat er dan nog relevante hoeveelheden micro-organismen in de lucht zullen komen is daarmee veel kleiner geworden.
•  Zorg voor voldoende ventilatie en afzuiging. Ga met het RI&E- instrument biologische agentia in de pluimveeverwerkende industrie en de endotoxinemeting na of de afzuiging en ventilatie voldoende effectief zijn. Zonodig dienen extra maatregelen te worden getroffen.
•  De werkgever verstrekt tijdens schoonmaakwerkzaamheden adembescherming om blootstelling aan biologische agentia via de luchtwegen te voorkomen en geeft instructie hoe deze te gebruiken. Ademhalingsbescherming is verplicht bij de eindschoonmaak waarbij met water wordt gespoten en bij alle andere schoonmaakwerkzaamheden als de waterdruk hoger is dan de reguliere waterdruk. Zie ook adembescherming.
•  De werkgever verstrekt handschoenen om huidblootstelling aan biologische agentia te voorkomen. Zie ook de richtlijn huidbescherming.
•  De mouwen van de werkkleding dienen de armen geheel te bedekken.
•  Bij extreme verontreiniging van de werkkleding en bij onbedekte huid verstrekt  de werkgever overmouwen en schorten en geeft instructie hoe deze te gebruiken.
•  Bij kans op besmetting van de ogen met stof- en/of vloeistofdeeltjes: De werkgever verstrekt een beschermbril en geeft instructie deze te gebruiken.
•  De werknemer is verplicht om de verstrekte persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen. Zie hiervoor verplichtingen werknemers.
•  De werkgever geeft informatie over het gebruik, aanbieden en voorlichting over persoonlijke beschermingsmiddelen. Er is een adequaat persoonlijke hygiëne protocol opgesteld, dat mede gericht is op de bescherming van de werknemer.
•  Herhaaldelijk wordt voorlichting gegeven over:
 -  Het veilig en gezond omgaan met chemicaliën en de dosering daarvan.
 -  Algemene veiligheidsprocedures zoals het niet werken aan draaiende machines, het terugplaatsen van afschermingen e.d.
      -  Medewerkers ontvangen en gebruiken doelmatige persoonlijke beschermingsmiddelen tegen koude, vocht en stof en biologische agentia
-  Goede persoonlijke hygiëne

Eisen met betrekking tot krattenwasser
•  Medewerkers instrueren niet onnodig te ‘gooien’ met lege kratten of pallets, dit om geluidspieken te voorkomen; Houd hier ook toezicht op.
•  Neem -waar mogelijk- hoogteverschillen in de aan- en afvoerband weg, die de  kunststof kratten laten ‘klappen’ (zie ook Verminderen van stoot-en valgeluiden).
•  Scherm het machinale deel van de krattenwasser bij voorkeur zoveel mogelijk af van het (handmatig) opzetten en afnemen van kratten.
•  Plaats ter vermindering van de geluidsblootstelling ondersteunende machines  (pompen, compressoren) zo mogelijk in een aparte technische ruimte, en markeer die met ‘gehoorbescherming verplicht’.

Eisen met betrekking tot het geluid bij reiniging van productielijnen
•  Laat productielijnen in één ruimte ten behoeve van reiniging niet gelijktijdig in  bedrijf zijn, dus bij voorkeur de lijnen één voor één reinigen;
•  Tracht vlakke platen onder een hoek aan te spuiten;
•  Tracht de reinigingsdruk waar mogelijk te beperken.

Eisen met betrekking tot het geluid bij het onderhoud
•  Zo mogelijk onderhoudswerkzaamheden in productieruimtes en machineruimtes plannen buiten productie / reiniging.
•  Beoordeel het radiogeluid in de TD-werkplaats en neem zo nodig maatregelen, zie beperking radiogeluid.
•  Persoonlijke gehoorbescherming gebruiken waar noodzakelijk, óók bij het gebruik van elektrische gereedschappen en in de TD werkplaats.

Wensen
•  Vermijd ongunstige tilsituaties en ongunstige krachtsinspanningen, bijvoorbeeld bij het trekken van waterslangen.
•  Stel een preventief onderhoudsprogramma op. 

NB onderstaande 'wensen' op het gebied van geluid zijn bij een dagdosis van 85 dB(A) of hoger, verplichte ondedelen van de afweging welke maatregelen redelijkerwijs genomen moeten worden om de geluidsbelasting terug te dringen. Bij die afweging wordt de arbeidshygiënische strategie gevolgd. 

•  Machines zouden mogelijk vanuit de machinebouwer van speciale programma’s kunnen worden voorzien die de geluidsproductie tijdens het reinigen beperken (reinigingsstand).
•  Kies zo mogelijk bij aankoop van nieuwe machines voor behuizingen die worden afgenomen door scharnierende delen in plaats van plaatdelen die bij het plaatsen op de grond veel lawaai maken. Of kies in plaats van dunwandigen RVS-beplating voor (dikkere) kunststof panelen.

Zie ook
Aanpak biologische agentia
Aanpak schadelijk geluid