logo

Contactinformatie

Vendelier 57D, 3905 PC Veenendaal

Tel: 030 - 6355250
E-mail: info@szpluimvee.nl

 
 

Vleesverwerkingsmachines

Laatste update 21 oktober 2024

Vleesverwerkingsmachines

In de pluimveesector worden vleesverwerkingmachines gebruikt bij vleesbereidingen, filet snijden en bij de productie van samengestelde vleesproducten. Voorbeelden zijn o.a. snijmachines, mengers en paneer- en gaarlijnen.
 
Risico
- Er zijn veiligheidsrisico's bij vleesverwerkingmachines zoals gegrepen worden door of in contact komen met draaiende delen.
- Bij het werken bij of aan vleesverwerkingmachines is een goede werkhouding van belang zodat de lichamelijke belasting wordt beperkt.
- Er is gevaar voor verbranding aan hete onderdelen of warmtemedium van gaarovens en t.g.v. koudemiddel van stikstoftunnels.

Eisen
Eisen t.a.v. de veiligheid van vleesverwerkingmachines zijn:
- Er mag alleen gewerkt worden met vleesverwerkingsmachines die CE-gemarkeerd zijn, of met Vleesverwerkingsmachines die voor 1995 in de handel zijn gebracht en die voldoen aan de eisen in het Arbobesluit en Arbeidsmiddelenrichtlijn.
- Het bedieningssysteem van de machine is veilig en voldoet aan Arbobesluit 7.13 en NEN-EN-ISO 13849-1:2016 
- De vleesverwerkingsmachines zijn zodanig ontworpen, dat de schoonmaak ervan veilig kan worden uitgevoerd;
- In het onderhoudbeheerssysteem is een regelmatige controle opgenomen van de beveiligingsmiddelen van vleesverwerkingsmachines; De frequentie is afhankelijk van de risico’s, de opgedane ervaringen en de kwaliteit van het beveiligingsmiddel, Op grond van een risicoanalyse kan de frequentie variëren van dagelijks tot maximaal eens per jaar. 
- Het bedienend personeel dient voorgelicht te worden over alle risico’s en de te nemen maatregelen;
- Op naleving van de veiligheidsvoorschriften dient te worden toegezien. Waar nodig worden passende maatregelen getroffen.
- De algemene Richtlijn Aanpak machineveiligheid wordt gevolgd.
 
Enkele elementen uit de hierboven genoemde regelgeving:
- Een bedieningssysteem bevindt zich zoveel mogelijk buiten de gevaarlijke zone van het arbeidsmiddel. 
- Het inwerkingstellen van de band of baan kan alleen plaatsvinden door een opzettelijke handeling aan het bedieningssysteem.
- De apparatuur dient zodanig opgesteld en afgeschermd te zijn dat het gevaar voor in contact komen met bewegende delen wordt voorkomen.
- Draaiende delen dienen afgeschermd en beveiligd te zijn. Uitstekende delen, scherpe hoeken en randen dienen zoveel mogelijk te worden voorkomen.
- Ook is iedere machine beschermd tegen het risico van ongewenste herinschakeling, bv door een werkschakelaar met een slot te vergrendelen. Daardoor kan bij reparatie en/of onderhoud de machine niet door derden ingeschakeld worden. Er is een procedure opgesteld en bekend gemaakt, waarin is aangegeven wanneer en door wie een machine weer ingeschakeld mag worden. (LoToTo-procedure, zie de Richtlijn Aanpak machineveiligheid). Als het daarbij om het vergrendelen van een werkschakelaar gaat, is de sleutel van de vergrendeling in het bezit van een daartoe bevoegd persoon die het overzicht over de werkzaamheden heeft.
- De vleesverwerkingsmachines zijn zodanig ontworpen, dat de schoonmaak ervan veilig kan worden uitgevoerd.
- In het onderhoudssysteem is een regelmatige controle opgenomen van de veiligheidsvoorzieningen n van vleesverwerkingsmachines, zoals schermen en werking sensoren, schakelaars, noodstoppen. 
- Medewerkers worden geïnstrueerd om de goede werking en de staat van een Vleesverwerkingsmachine voor elk gebruik te controleren.

Eisen t.a.v. de ergonomie van de vleesverwerkingmachines zijn:
- Bedieningsgemak en bedieningsmiddelen: handelingen vinden in een logische en vloeiende volgorde plaats.
- Het instellen, bedienen, vullen, ombouwen, schoonmaken en onderhouden van de machine gebeurt eenvoudig en op ergonomisch verantwoorde wijze (werkhoogte, reikwijdte, been- en voetruimte).
- De werkplek is zo ingericht dat veilig kan worden gewerkt: voldoende ruim van afmetingen en gemakkelijk bereikbaar.
- De in- en afvoerhoogte voor producten is zodanig dat geen ongunstige tilsituaties ontstaan.
- Voor de machine zijn passende tilhulpmiddelen beschikbaar (bijvoorbeeld een hefinstallatie of pompwagen).
- Streven is om de geluidsniveaus die de machine produceert < 80 dB(A) te houden. Als dat niet mogelijk is, volg dan de Richtlijn Aanpak schadelijk geluid
- De machine zorgt niet voor lichaamstrillingen.

Wensen
- Werkzaamheden aan de band kunnen bij voorkeur zowel staand als zittend worden uitgevoerd. 
- Langdurig staan aan de machine wordt zoveel mogelijk voorkomen.
- Ongunstige tilsituaties worden zoveel mogelijk vermeden.

Zie ook