Laatst bijgwerkt op 16 oktober 2024
Werken onder koude omstandigheden
Werknemers in de pluimveeverwerkende industrie werken onder koude omstandigheden. De ruimtetemperatuur is in de meeste ruimtes laag (6-12 ˚C verwerkingsruimtes; 0-4 ˚C in opslagruimtes en -20˚C in opslag diepvries, -40˚C in vriesbunkers) vanwege de voedselveiligheidseisen. Een lage ruimtetemperatuur kan dus op meerdere plaatsen niet vermeden worden.
De koudebelasting wordt niet alleen bepaald door een lage ruimtetemperatuur, maar ook door de luchtvochtigheid, koudestraling (ongewenste lokale afkoeling of opwarming), luchtsnelheid (tocht) en contact met koude materialen. Een persoon kan het warmteverlies deels of geheel compenseren door bewegen/werken (metabolisme). Ook door warm te kleden kan warmteverlies voorkomen worden.
Zie ook Werken in koel- en vriescellen en Werken met koude materialen.
In de Nederlandse wetgeving is opgenomen (Arbobesluit, artikel 6.1) dat de temperatuur op de werkplek niet nadelig mag zijn voor de gezondheid van de werknemer. Er worden echter geen specifieke temperaturen worden genoemd. De werkgever zal gezondheidsklachten moeten voorkomen. Als een lage temperatuur niet vermeden kan worden, moet de werkgever maatregelen treffen zoals het beschikbaar stellen als persoonlijke beschermingsmiddelen; de duur van de werkzaamheden verkorten of werkzaamheden afwisselen met werk op een warme plek.
Voor het beoordelen van het comfort in matige koude omstandigheden wordt de NEN-EN-ISO norm 7730 (PMV) gebruikt. Voor de beoordeling van comfort en externe belasting in koudere omstandigheden wordt de vereiste kledingisolatie (IREQ) en windchill-index (WCI) berekend volgens de NEN-EN-ISO 11079 norm. Voor het meten en toepassen van deze normen is een externe deskundige/specialist gewenst.
De toepassing van deze norm vereist specifieke kennis van een extern deskundige. Een eenvoudige methode is om te zelf te voelen. Heb je het koud dan geeft je lichaam meer warmte af dan het produceert. Je zal te dan extra moeten kleden om warm te blijven.
Risico
Het werken onder koude omstandigheden zonder adequate beheersmaatregelen kan lastig en bijzonder onaangenaam zijn. Als gevolg van verminderde bloedtoevoer naar de handen neemt de fijne motoriek af (vingervaardigheid en tastzin).
Onder extreme koude omstandigheden kunnen onderkoeling of koudeletsels (bevriezingen) optreden. Men spreekt van onderkoeling wanneer de lichaamstemperatuur onder de 35˚C zakt. Wanneer de lichaamstemperatuur nog verder afneemt dan neemt het bewustzijn af en kunnen hartritmestoornissen optreden.
Bij bevriezing wordt de huid wit en heeft men last van een brandend of prikkend gevoel en pijn. Hierna wordt de huid gevoelloos. De huid sterft af door gebrek aan doorbloeding. Bevroren vingers, tenen, neuzen en ogen (hoornvliezen) komen het meest voor.
Het risico op bevriezingen wordt bepaald door lage temperatuur in combinatie met wind (gevoelstemperatuur). Gevoelstemperaturen lager dan -10˚C kunnen na enkele uren verschijnselen van onderkoeling opleveren. Bij een gevoelstemperatuur onder de -15 ˚C kan na een uur koudeletsel optreden en bij een gevoelstemperatuur van -20 ˚C zelfs na een half uur. Zie onderstaande tabel voor een overzicht van de gevoelstemperatuur bij bepaalde windsnelheden gecombineerd met verschillende omgevingstemperaturen.
Tabel: Gevoelstemperatuur
Windsnelheid |
Omgevingstemperatuur (graden Celsius) |
m/s |
10 |
5 |
0 |
-5 |
-10 |
-15 |
-20 |
1,4 |
10 |
4 |
-2 |
-7 |
-13 |
-19 |
-24 |
2,8 |
9 |
3 |
-3 |
-9 |
-15 |
-21 |
-27 |
4,2 |
8 |
2 |
-4 |
-11 |
-17 |
-23 |
-29 |
5,6 |
7 |
1 |
-5 |
-12 |
-18 |
-24 |
-31 |
7,0 |
7 |
0 |
-6 |
-12 |
-19 |
-25 |
-32 |
8,3 |
7 |
0 |
-6 |
-13 |
-20 |
-26 |
-33 |
Bijzondere werknemers
Medewerkers met een verhoogd risico op koudeletsel zoals oudere werknemers, zwangere vrouwen en werknemers met gezondheidsproblemen, behoren tot de extra risicogroep.
Oudere werknemers: De bloedvatvernauwing door het lichaam bij blootstelling aan koude omstandigheden werkt minder krachtig, waardoor oudere werknemers sneller warmte verliezen en eerder onderkoeld raken. Het risico op onderkoeling neemt verder toe omdat de reactie op kou vertraagd wordt.
Zwangere vrouwen: Zwangere vrouwen tijdens hun zwangerschap hebben juist minder kans op koudeletsel en vingervaardigsheidverlies omdat tijdens de zwangerschap de huid goed doorbloed is en het bloedvolume is toegenomen. Echter tijdens het werken onder extreme koude kan de bloeddruk en de bloedvoorziening naar de baarmoeder snel dalen. Het is daarom onverstandig om tijdens de zwangerschap in deze kou te werken.
Gezondheidsproblemen zoals astma, huidaandoeningen, hart- en vaatziekten, dwarslaesie, ziekte van Raynaud (‘dode vingers’) en gebruik van bepaalde medicijnen zoals kalmeermiddelen kunnen het kouderisico verhogen. Voor deze medewerkers is een individuele beoordeling van het risico nodig om aanvullende maatregelen te kunnen treffen.
Bij deze bijzondere medewerkers kan de bedrijfsarts zo nodig met een advies komen voor aangepaste werkzaamheden. Dat is de basis voor werkafspraken tussen de betreffende medewerker en zijn leidinggevende. Vraag de bedrijfsarts om in het PAGO-advies na de RI&E speciale aandacht te schenken aan het medisch onderzoek voor de bijzondere groepen.
Bij zwangerschap zullen de betreffende medewerkster en haar leidinggevende in overleg moeten bezien of er werkafspraken nodig zijn en zo ja; welke. Mogelijke maatregelen zijn afhankelijk van de klimaatomstandigheden en de werkzaamheden en zijn gericht op het tijdens de zwangerschap sterk verminderen van werken in extreme kou. Zeker als er ook sprake is van hoge luchtvochtigheid of lichamelijk zwaar werk. Zo nodig wordt de medewerkster vrijgesteld van werkzaamheden in deze omstandigheden. Zo nodig kan het advies van de bedrijfsarts worden ingewonnen.
Eisen
Gezondheidsklachten als gevolg van het werken onder koude omstandigheden moeten zoveel mogelijk worden voor komen door aanpak bij de bron. Als gevaren niet kunnen worden voorkomen moeten deze worden beperkt door technische maatregelen (ventilatie, productie- of werkmethode),of andere organisatie van het werk (taakroulatie, beperken tijdsduur). Als alle maatregelen niet toereikend zijn, stelt de werkgever isolerende kleding beschikbaar. Zie onderstaande maatregelen:
Maatregelen m.b.t. tocht/luchtsnelheid
- Luchtverversinginstallaties functioneren zodanig dat werknemers niet aan hinderlijke tocht worden blootgesteld. Zie ook Binnenluchtkwaliteit en ventilatie.
- Vaste werkplekken worden buiten de luchtstroom geplaatst of afgeschermd. Zie ook Afschermen werkplekken.
- Verminder koude tocht door de luchtstroom te sturen. Zie ook Lamellen bij koelinstallaties.
Maatregelen m.b.t. verlagen werklast
Voorkom piekarbeid ter voorkoming van zweten en after-chil bijvoorbeeld door het toepassen van ergonomische verbeteringen. Zie ook Fysieke belasting.
Maatregelen m.b.t. organisatie
- Wissel het werk af met werkzaamheden op een warmere locatie. Zie ook Taakroulatie.
- Zorg voor en geklimatiseerde pauzeruimte. Zie ook Geklimatiseerde pauzeruimtes.
- Zorg voor warme dranken. Zie ook Verstrekking dranken.
- Geef voorlichting de risico’s, de te treffen maatregelen, werkkleding en persoonlijke beschermingsmiddelen. Zie ook Voorlichting en onderricht.
Persoonlijke bescherming
De werkgever stelt op verzoek extra (isolerende) kleding zoals bodywarmer, (koude isolerende) handschoenen, thermische ondergoed, muts of pet, col, (koude isolerende) schoeisel beschikbaar. Zie ook (Isolatie)kleding.
Wensen
Maatregelen m.b.t. verlagen luchtvochtigheid
- Scherm vochtige productieprocessen (containerwasinstallatie, broei en plukstraat) af van overige werkzaamheden in de afdeling door scheiding van de werkzaamheden.
- Voer door middel van ventilatie het vrijkomende vocht en dampen, van productieprocessen af (broei en plukstraat, reinigingsprocessen met warm water of bij verhittingsprocessen t.b.v. productbereidingen, af. Zie ook Binnenluchtkwaliteit en ventilatie.
- Verlaag de luchtvochtigheid door het conditioneren van de werkruimte m.b.v. een klimaatinstallatie, airconditioning of ontvochtigingsapparatuur
Zie ook
Richtlijnen
Werken in koel- en vriescellen
Werken met koude materialen
Binnenluchtkwaliteit en ventilatie
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E)
Voorlichting en onderricht
Zwangerschap en arbeid
Goede praktijken
Afschermen werkplekken
Luchtverdeelsystemen
Scheiding werkzaamheden
Snelsluitdeuren
Strokengordijn
Beperk tijdsduur in koel- en vriescellen
Geklimatiseerde pauzeruimte
Herstelmogelijkheden
Micropauzes op de werkplek
Taakroulatie
Verstrekking dranken
Voorlichting klimaat
Astrocap
(Isolatie)kleding
Katoenen onderhandschoen
Koude-isolerende handschoenen
Kraag/col
Muts
Isolerend Schoeisel
Meer informatie
Arbokennisdossier Extreme Koude